Sucre is de witte stad van Bolivia, koloniaal en het doet gezellig aan. Niet overdreven groot, maar wel groot genoeg om wat meer tijd door te brengen. Het Boliviaanse Spaans blijkt bijna accentloos te zijn. En Bolivia is het goedkoopste land waar we tijdens deze reis zullen komen. Een perfecte plek om ons Spaans eens wat op te krikken. Of beter gezegd, een fundering te leggen.

Al een paar maanden geleden deden we wat vooronderzoek voor het volgen van Spaanse lessen. Via via kwam ik bij een kleine homestay terecht waar je bij de eigenaresse in huis woont en waar je de lessen zo aan kunt passen op de manier die past bij je niveau. En het is allemaal heerlijk betaalbaar. Dit lijkt ons een fijne plek om even bij te komen, niet elke dag de spullen in te pakken, en flink aan de studie te gaan.

We komen vlak voor oud en nieuw aan in Sucre. Het is even zoeken, maar na een paar keer kloppen doet een vrolijk lachende vrouw de deur open. “Bienvenidas!” Bertha, onze gastvrouw begint direct in het Spaans tegen ons te kletsen. Gelukkig komt wel meteen de Engelse vertaling erachteraan. Gelukkig maar want het is al laat en we hebben er een lange reis opzitten.

De volgende dag ontmoeten we de andere studenten. Toevallig een Nederlands stel. Het klikt al snel en we blijken alle vier een interesse in speciaal biertjes te delen. We besluiten de volgende dag met de lessen te beginnen. Bij Bertha kun je kiezen om voor $7,- per uur een privéles te nemen of voor $6,5 een groepsles, wat eigenlijk neerkomt op wij twee en een leraar. Toch kiezen we voor de privélessen. Marc loopt toch wel een stukje voor qua niveau en op deze manier leren we allebei andere dingen en kunnen we elkaar mooi aanvullen.

Naast de lessen worden er ook wat andere activiteiten georganiseerd. We zijn deel van de familie. Bertha en Pepe, de twee kids, hond Coco en abualo wonen in het kleine maar gezellige huis. We gaan mee naar de markt, we koken af en toe samen, we kijken samen een film en spelen met de kids.

Oud en nieuw wordt een happening om niet snel te vergeten. We moeten een gele of rode nieuwe onderbroek aan. Rood staat voor liefde in de toekomst en geel staat voor geld. We kiezen allebei voor rood, al zou wat extra geld ook wel mooi van pas komen. Pas na twaalf uur mogen we aan tafel en eten we varken van het spit. We gooien nepgeld en cocabladeren in het vuur, steken vuurwerk af, drinken mierzoete rode wijn, dragen gekke hoedjes en we dansen in de woonkamer tot het licht wordt. Het hoort er allemaal bij. Bijzonder en we voelen ons eigenlijk best wel thuis.

 

Na een dagje uitkateren, is het tijd om ons vol op de lessen te gaan storten. 3 a 4 uur per dag. Best intensief en het eist ook nog wat meer tijd om huiswerk te maken en te studeren. Marc praat makkelijk een eind weg maar ik voel me nog wat onzeker. Ik heb niet bepaald een talenknobbel en het lijkt wel moeilijker te worden naarmate je een jaartje ouder wordt. Maar toch, woordjes onthouden gaat mij weer wat beter af en samen komen we er wel uit.

Sucre blijkt een leuke compacte stad te zijn. In het park is het altijd druk. Kinderen rijden in miniatuur-autootjes, overal staan kraampjes waar je chips, popcorn en ijsjes kunt kopen en er hangt een gezellig sfeer. Omdat Sucre ook nog op zo’n 2500 meter hoogte ligt, is het er niet bijzonder warm. Ondanks dat het zomer is, vallen er de nodige plensbuien en zijn korte broeken en jurkjes meer uitzondering dan regel.

Mocht je binnenkort een bezoekje aan Sucre brengen, dan mag je de volgende restaurantjes zeker niet missen.

 

  1. Café Condor

Een non-profit vegetarisch café. Wij lijken steeds meer naar het vegetarische te neigen. Een veilige keuze en soms ook gewoon heel lekker. Bij Café Condor heb je voor zo’n 2,5 euro een soepje, een hoofdgerechtje en een vruchtensapje. Naast hun dagelijks wisselende menuutje kun je hier ook een heel erg lekker broodje falafel eten en de kaas-empanada’s zijn enorm. Condor is naast een café ook een touring-bureautje. Binnenkort meer over de farmtour die wij met hen maakten.

 

  1. El Patio

Bij El Patio staat er maar één gerecht op de kaart: salteña’s. De Boliviaanse empanada, kip of rund. Het is een empanada die gevuld is met een soort dikke soep. We hebben er al vaker van gehoord maar deze zijn wel heel erg lekker. Wees er vroeg bij want ze gaan als warme broodjes over de toonbank en El Patio is maar tot 12 uur ’s middags geopend. Oh, en skip de chocolade taart. Het is de zonde niet waard.

 

  1. Florin

Een biercafé met een deels Nederlandse eigenaar. Normaal gesproken blijven we ver  uit de buurt van de Nederlandse snackbarretjes in verre oorden, maar nu is het toch al een hele tijd geleden dat we een bitterballetje hebben gegeten. Ze smaken niet zoals thuis en ze zijn wat uitgeschoten met de nootmuskaat, maar ach. The warfries, oftewel: het ‘patatje oorlog’ valt beter in de smaak. En mocht je helemaal niks geven om die Nederlandse lekkernijen dan is Florin nog steeds de moeite waard vanwege de biertjes. Vooral de Stier Weizen is niet te versmaden.

 

  1. Goblin

Op één van onze laatste avonden in Sucre was Goblin eindelijk geopend. Ze zijn namelijk alleen op vrijdag en zaterdagavond open en niet tijdens feestdagen. Hier brouwen ze hun eigen bier. De bierkaart zag er indrukwekkend uit maar helaas hadden ze maar twee van zeven bieren in huis. Een ouderwets gezellige kroeg waar er nog gewoon binnen gerookt wordt.

 

  1. Papas Rellenas van Doña Migue

Een specialiteit uit Bolivia en één van de weinige snacks die je als streetfood tegenkomt. Een bol gemaakt van aardappelpuree gevuld met een gekookt ei, kaas of een vulling van gehakt. De bol wordt gepaneerd en gefrituurd. Een pittige salsa maakt dit tot een prima lunch of snack. De beste aten wij vlak bij Mercado Campensino en het Olympisch stadion.

 

  1. La Taverne

Een Frans restaurant in Sucre. Je zou het niet snel bedenken maar ze doen het best aardig. De service laat een beetje te wensen over maar de klassiek Franse gerechten zijn een fijne afwisseling van het lokale eten. En ja, helaas betaal je daar dan wel even net wat meer voor.

 

  1. Mercado Campensino

Mercado Central, je kunt er niet omheen. Maar broertje Campensino ligt wat meer verborgen in de ‘gewon’ woonwijkjes. En je vindt er minder toeristen en meer lokale mensen. Van traditionele plooirokjes tot verse fruitsapjes, het is er allemaal.

 

  1. Rollos

Een lokaal restaurant en alleen tijdens de lunch geopend. Absoluut niet geschikt voor vegetariërs want er staat alleen maar vlees op het menu. Van tong tot ossenstaart, kip in pittige saus en broodjes chorizo. Je ziet hier niks anders dan Bolivianen. Wat mij betreft iets te veel vlees maar wel een hele ervaring.

 

  1. Bertha’s Homestay

Ons fijne verblijf bij Bertha en haar familie. Als je binnenkomt is het een beetje een rommeltje. Je moet je eerst een weg door de waslijnen banen, maar als je daar eenmaal doorheen kunt kijken, zie je een hele warme familie, die iedereen met open armen ontvangt. En koken kan Bertha ook. Echt Boliviaans. Veel vlees en lekker pittig. Aardappelen en rijst staan standaard op tafel. Zoek je een fijne plek om Spaans te leren, stuur ons dan even een berichtje, dan brengen wij je in contact met Bertha.

 

Ben jij wel eens in Sucre geweest?

 

Share: