Een bestemming waar we allebei al een poos van droomden. Een bestemming die niet goedkoop is en zich ver van het vasteland bevindt. Dat maakt het ook zo bijzonder. Ja, de Galapagos-eilanden willen we niet missen en in Cusco boekten we dan ook onze tickets om twee weken deze eilandengroep te gaan verkennen. In deze reeks lezen jullie waar we naar toe gingen en wat we ervan vonden. Het eerste eiland is Isla Isabela.

We vliegen naar de luchthaven op Baltra, een klein eilandje enkele tientallen meters voor de kust van het hoofdeiland Santa Cruz. We besluiten meteen door te reizen via Santa Cruz naar het minder bevolkte Isabela. Het is een lange dag reizen maar zo halen we wel het meeste uit onze tijd op de eilanden. Van Lima naar Guayanquil, naar Baltra, naar Santa Cruz om te eindigen op Isabela.

Bij aankomst op Isla Isabela zien we meteen dat het toerisme hier nog wat minder is dan op het hoofdeiland Isla Santa Cruz. Het dorpje lijkt te slapen. Het ziet er een beetje uit als vergane glorie maar het water is kraakhelder en prachtig blauw en het zonnetje schijnt. Het dorpje is maar klein en alles is op loopafstand. Prima vertoeven wat ons betreft. We gaan meteen even het strand verkennen. De laatste keer dat we in zee zwommen was op Paaseiland en dat is al even geleden. Ook de temperatuur doet ons goed. Eindelijk een zonnetje op onze bol.

Isla Isabela is het grootste eiland van de Galapagos-eilanden en de vorm heeft verdacht veel weg van een zeepaardje. Het noorden is vrijwel onbegaanbaar en het meeste gebeurt dan ook in het zuiden van het eiland. Wij verblijven hier vier nachten en dat is ook wel genoeg. Veel mensen vinden dit het leukste eiland omdat het het minst ontwikkeld is. Wij zijn het daar niet helemaal mee eens en denken dat er op andere eilanden meer te doen is maar het is zeker een bezoek waard. We hadden het niet willen missen.

De Galapagos-eilanden zijn zeker niet goedkoop. Voor een halvedagtour betaal je al snel zo’n honderd euro. Elke dag een ander georganiseerd tripje zit er dan ook niet in. We vinden dat eigenlijk helemaal niet erg want we gaan veel liever zelf op pad, Maar over één tour horen we alleen maar enthousiaste verhalen: Los Tunelos. Zowel het landschap als het snorkelen zou indrukwekkend moeten zijn.

Via Isabela Diving School boeken we voor €120,- per persoon een halvedagtrip naar dit gebied. Het is zo’n veertig minuten varen naar de eerste stop. Tussen de mangrove en rotsachtige eilandjes gaan we met onze gids en zes andere toeristen het water in. Al snel realiseren we ons wederom waarom we niet van georganiseerde tours houden. We moeten achter de gids aanzwemmen en mogen niet te veel spetteren. Oftewel: we moeten drijven en mogen niet bewegen. Dat blijkt een flinke opgave te zijn voor het grootste deel van onze groep. Het is echter niet voor niets want tussen de wortels van de mangrove zit een zeepaardje verstopt. Elke beweging doet het gruis van de bodem opwaaien en belemmert het zicht. Muisstil hangen we dus in groepjes van twee om het beestje heen. En het zeepaardje geniet blijkbaar van de aandacht want het zwemt zelfs een rondje. Helaas is dit ook meteen het hoogtepunt van het uurtje snorkelen. We zien een aantal grote zeeschildpadden, wat natuurlijk ook bijzonder is, maar de grote groepen rifhaaien hebben zich te goed verstopt. Het water is heel ondiep en het zwemt niet zo prettig.

We vervolgen de tour naar rotsformatie Los Tuneles. Na een uitbarsting van de vulkaan op het eiland vond de lava een weg door de zee en creëerde op deze manier allerlei tunnels. Een landschap dat we geen van beide ooit ergens eerder gezien hebben. We hadden onze verwachtingen vooral op het snorkelen gericht, maar waar dat wat teleurstelde, waren we hier blij verrast. De cactussen groeien direct boven de zee, een blue footed boobie nestelt zich op een rots en we lopen over natuurlijke bruggetjes.

Terug aan boord eten we een karig broodje tonijn. Laten we eerlijk zijn voor €120 per persoon kan er toch wel een stukje komkommer op? Maar toch: we hadden dit niet willen missen.

Het leuke aan de Galapagos-eilanden is dat lang niet alles zoveel geld hoeft te kosten. De natuur heeft zoveel te biede, en vraagt daar geen geld voor. We love it!

Concha de Perla is een baaitje op Isla Isabela waar je vanaf het dorpje binnen twintig minuten naar toe loopt. Via een houten vlonder ontmoet je direct de eerste dieren. De Iguana (zeeleguanen) liggen lekker te zonnen en verrekken geen vin als je langsloopt. Ook de zeeleeuwen luieren op het warme hout. Een snurkje of een nies en verder niks. Het is heel bijzonder om je zo dicht bij het wild te begeven. Het lijkt alsof ze gewend zijn aan de mensen maar daar niet door benadeeld worden. Na zo’n 300 meter eindigt het wandelpad op een grote steiger waar je gemakkelijk het water in kunt. Kijk uit waar je je spullen neerlegt want voor je het weet ligt er een zeeleeuw op je slipper en moet je wachten tot hij wakker wordt. Het water in de baai van Concha de Perla is heel erg rustig en helder. Met een beetje geluk duikt er een jonge zeeleeuw tegelijk met je het water in en daagt hij je uit om verstoppertje te spelen. Ook hier zien we de enorme zeeschildpadden en zwemt er af en toe nonchalant een leguaan voorbij.  Hier kun je je prima een ochtendje vermaken.

Tip: Kom vroeg en tijdens laag water, zo vermijd je de menigte en is er meer te zien.

Het soort mensen wat naar de Galapagos-eilanden gaat is dan ook niet een gemiddelde toerist. Je moet er echt wat voor over hebben en een natuurliefhebber zijn want het is alles behalve goedkoop. De meeste mensen zijn dan ook bewust met het milieu bezig. Je ziet weinig tot geen afval op de stranden en in het water. Fijn! We zien het ook wel eens anders helaas…

Naast Conca de Perle is er nog een gratis activiteit die zeker de moeite waard is. Een bezoek aan het landschildpaddenbroedcentrum (leuk woord voor scrabble?). Hoe kom je er? Vanaf het centrum volg je het strand tot je bij het hotel Iguana Crossing komt (oei, dat ziet er mooi uit, sliepen we daar maar…) Hier sla je rechtsaf de boardwalk op. Een prachtig moerasachtig gebied waar het wemelt van de vogels waarvan de meest indrukwekkende toch wel de knalroze flamingo is. Al hoewel we ze deze reis al een paar keer zijn tegengekomen, ze blijven ons verbazen. Wat een prachtige dieren! Na een halfuurtje wandelen kom je bij de ingang van het broedcentrum. De entree is gratis, en vanaf een afstandje hoor je al wat gepuf en gekreun van de parende schildpadden. Geen prettig gezicht, maar wel goed voor de groei van de populatie, en dat kan dit eiland goed gebruiken. Er zit een klein museumpje bij het centrum waar je leert over de gevaren waar de schildpadden mee kampen. Helaas zijn deze indirect allemaal veroorzaakt door de mens. Denk hierbij aan de introductie van huisdieren zoals honden en geiten. Deze dieren gaan op de eieren van de schildpadden staan of ze vallen de schildpadden simpelweg aan. Gelukkig is de populatie van de schildpadden door dit soort initiatieven weer aan het groeien.

Goed, een hoop leuke activiteiten, en je hoeft je op Isla Isabela absoluut niet te vervelen. Maar hoe zit het met het eten? Daar hebben wij van Hij Kookt Zij Schrijft toch altijd tips over..? Nou in dit geval niet. Onze tip is: kook lekker zelf. Doe je boodschappen op Santa Cruz in de supermarkt aan de haven, want de prijzen liggen daar een stuk lager en het assortiment is groter dan in de lokale winkeltjes op Isla Isabela. Pimp je noodles met een paprika, ui en een wortel. Bak er een eitje bij en klaar is Kees. De menuutjes op het plein zijn betaalbaar maar naar onze ervaring zo slecht dat we liever zelf koken.

Zou jij graag naar de Galapagos-eilanden willen? Of ben je er misschien al eens geweest? Deel jouw mening met ons!

Share: