We zijn momenteel in Sucre, een koloniaal stadje in Bolivia waar we ons Spaans aan het bijspijkeren zijn, of beter gezegd, waar we onze eerste woorden Spaans leren. We logeren bij Bertha en haar familie en krijgen elke dag drie uurtjes les van onze privé leraar. Sjiek maar wel een pittige kluif om na zoveel jaren weer een nieuwe taal op te pikken. Daarover later meer.

Op dag één in Sucre ontdekten we een vegetarisch/biologisch restaurantje waar je voor een appel en een ei heerlijk kunt eten. Het restaurantje bleek ook een klein non profit tourbureautje te zijn en al snel werd ons verteld dat er een farmtour bestond. De lokale boeren leveren biologische producten aan het restaurant. Een tour waarbij je met een gids langs verschillende boerderijtjes in de stad zou gaan. Dat leek ons wel wat.

Zogezegd, zo gedaan en gister begonnen we met een lekker ontbijtje bij Café Condor om vervolgens met onze gids Frans op pad te gaan naar de buitenwijken van Sucre. Gewoon met de public bus. Al eerder leerden we dat alle producten in Bolivia biologisch zijn anders mag het niet verkocht worden. Bijzonder voor zo’n arm land en wij vroegen ons dan ook af of het nou verplicht is of dat er simpelweg geen geld is voor chemische bestrijdingsmiddelen. We zijn er nog steeds niet helemaal over uit.

img_4803

We stapte uit in een relatief arme wijk en we werden vriendelijk welkom geheten door drie dames die hier hun eigen land bezitten. Ze legden uit dat ze bij Instituut Fau geleerd hebben hun land te onderhouden. Onze eerste les volgde in de verschillende samenstellingen van de grond. Het ontstaan van compost, rivierzand en gewone zwarte aarde. Dit legt de basis voor de perfecte grond om groente en fruit in te verbouwen. Ze namen ons mee naar de kas. Innovatief: muren van poep met een dak van plastic. Het idee is hetzelfde en het werkt prima voor hen. Het was er ontzettend groen en alle groentes groeiden volop!

img_4789

Toen we naar de volgende boerderij liepen (wat overigens meer een kamer met een stukje land is) volgde een hele stoet kinderen, schapen, varkens en honden. Gezellig hoor! Maar als het jongetje van twee waar ik net vriendschap mee gesloten heb opeens een batterij in z’n mondje stopt en daar vrolijk op begint te sabbelen, en waar vervolgens niemand van opkijkt, realiseer ik me opeens dat we echt in een arm land zijn. Ik kan mezelf wel voor m’n hoofd slaan dat ik niet van tevoren heb bedacht wat speelgoedjes voor de kids mee te nemen. Voor ons zo’n kleine moeite met zo’n groot effect. Ik beloof mezelf dat bij de volgende tour wel te doen.

img_4808

De volgende les gaat over bestrijdingsmiddelen. Geen chemische goedjes maar de tabak van zes sigaretten en een stuk zeep. Tien minuutjes koken en klaar is Kees! De laatste les gaat over het potten van de gekiemde plantjes. Geen bloempotten maar plastic colaflessen! Je knipt er een vierkant uit, vult het met aarde, touwtje eraan en ophangen geblazen. Efficiënt want je kan zo veel meer kwijt dan wanneer je alles op de grond zet.

img_4792

Vervolgens oogsten we onze eigen groentes voor de lunch. We kunnen ze ook steeds beter in het Spaans benoemen. Spinazie, komkommer, tomaat, aardappels, quinoa, sla en kruiden. Het enige wat ze niet zelf verbouwen, zijn uien en wortels. Die worden op de markt geruild tegen hun eigen producten. Even terug in de tijd naar de ruilhandel.

En ja, mam, antwoord op je vraag. De quinoa is hier duur. Vroeger was het het voedsel voor de armen en nu zijn de rollen omgedraaid. Quinoa is bijna niet meer te betalen omdat de volledige oogst wordt geëxporteerd omdat wij Westerse mensen het opeens als een ‘superfood’ zien. Ons advies is daarom: quinoa is lekker maar eet het alsjeblieft met mate, zodat er nog genoeg overblijft voor de mensen uit de landen waar het vandaan komt! Aan de andere kant levert het natuurlijk wel geld op voor de boeren. Toch, als je het aan de mensen zelf vraagt, zijn ze geen voorstander van de export van quinoa.

img_4813

De lunch is fantastisch. Een bordje quinoasoep met groentes, gevolgd door een bord vol gefrituurde groentes met een verse salade en rijst en aardappelen. Onze gastmoeder vertelt ons dat het in Bolivia heel normaal is om zoveel koolhydraten te  eten. De mannen op het land werken zo hard dat het nodig is om aan te sterken. Wat een andere kijk, he!? Wij in Nederland laten de koolhydraten steeds vaker staan omdat we juist denken dat het niet goed voor ons is en we allerlei gluten-allergieën hebben. Daar hebben ze hier nog nooit van gehoord.

img_4819

De tour kost € 24 en duurt ongeveer 6 a 7 uur. Ontbijt en lunch is inbegrepen. Voor boekingen klik hier!

 

 

Share: